Stad – Een teken aan de wand (2009)

Buitenreclame is niet alleen een verschijnsel van de laatste honderd jaar. Ook in Pompeï hebben archeologen muurreclame van de plaatselijke middenstand teruggevonden en eeuwen lang hingen er geschilderde uithangborden aan de voorgevel van winkels of werkplaatsen. Die zijn vervangen door billboards, beeldschermen en neonreclames. Ik kijk er nauwelijks naar. Soms valt me een bijzondere spreuk op, dan weer trekt een provocerend plaatje mijn aandacht, maar over het algemeen heb ik niet eens door dat de ene reclameboodschap wordt ingewisseld voor een andere. De reclame is overvloedig en ook vluchtig geworden. In de tijd dat mijn ouders jong waren, moet dat anders geweest zijn en uit die tijd komt de muurreclame in de Visscherstraat.

De reclametekst is misschien wel door een Groningse huisschilder op de bakstenen geschilderd. Waarschijnlijk heeft hij op de plek waar vroeger een raam zat een witte ondergrond aangebracht. Dat was nodig. Zo kon hij de onregelmatige ondergrond (de rollaag aan de bovenkant en de voegen die niet doorlopen) wegwerken.
Om die witte ondergrond schilderde hij waarschijnlijk een kader, zodat het lijkt of de reclameboodschap in een schilderijlijst is gevat. Dat kader is net iets roder is dan de baksteen en onder aan de lijst heeft de schilder ook nog een sierlijk halfrondje gepenseeld. Daarna heeft hij in overleg met zijn opdrachtgever een of meer reclames binnen het kader geschilderd. Ik vermoed dat de nu nog leesbare tekst later op de muur is geschilderd. Waarom is die tekst tot op heden gebleven? Wie het weet mag het zeggen.

Ik wil een poging doen tot datering. Eerst maar de tekst. Dat is het makkelijkst. Rookt sigaren. Geen sigaaren. De tekst is vermoedelijk na 1934 op de muur in de Visscherstraat aangebracht. Toen immers veranderde minister Marchant de spelling en werden de woorden rooken, sigaaren en zoo als roken, sigaren en zo gespeld.
Cigarettes is geen Nederlands. Ik houd het erop dat het een meervoudig Frans woord is. Oorspronkelijk komt het woord uit het Frans en het betekent dan kleine sigaar. Ik vraag me af waarom sigaren met een s en cigaretttes naar het Franse voorbeeld gespeld wordt. Misschien was het woord cigarette in de jaren dertig of veertig van de twintigste eeuw nog niet verNederlandst. Dat is mogelijk. Sigaretten waren er wel, maar de meeste mannen rookten sigaren en geen sigaretten.

Uit de reclame kan ik opmaken dat een pakje sigaretten driekwart eeuw geleden voor 12 ½ cent te koop was. Halve centen waren er tot kort na de Tweede Wereldoorlog. Wie een pakje sigaretten wilde kopen in de Visscherstraat moest een dubbeltje en een bronzen muntstuk van 2 ½ cent (ook wel plak , lap of vierduitstuk genoemd) op de toonbank leggen.
Een halve cent stelde niet veel voor. Dat blijkt uit gezegden als Geen halve cent in de zak en drie gulden aan het voorhoofd. Om een halve cent doodblijven. Voor een cent gaat hij dood als hij voor een halfje weer levend kan worden. Voor geen halve cent verstand hebben.

Zodat ik ervan uitga dat de nog leesbare tekst waarschijnlijk tussen 1934 en 1945 is aangebracht. Over de rest van de (waarschijnlijk eerder aangebrachte) reclame kan ik kort zijn. Zowel de gekaligrafeerde letters als de afbeelding zijn nauwelijks nog te onderscheiden en ik vraag me af of die leesbare zwarte letters helemaal of gedeeltelijk over een of meer eerder aangebrachte afbeeldingen zijn aangebracht. Iemand die ik bovenstaande foto liet zien, meende dat er misschien wel drie reclames gecombineerd zijn, maar dat lijkt me minder waarschijnlijk. Daarvoor is het oppervlak te klein. De vage afbeelding bovenin heeft de vorm van een sigarenbandje. Tussen rookt en sigaren moet het het merk van de sigaren geschilderd zijn, maar welk merk? Lang geleden spaarde ik sigarenbandjes. Merken als Senator, Elisabeth Bas, La Paz of Karel I kan ik zo uit mijn geheugen hengelen.

Mijn oom Martien ligt na het middagmaal in zijn luie stoel en slaapt een beetje. Af en toe snurkt hij. Zijn sigaar hangt uit zijn mond half op zijn kin. De kamer hangt vol sigarenrook. Oom Martien rookt iedere dag een doos sigaren. Die haalt hij bij de kapper. Ik zoek mijn geheugen af, maar ik kom er niet achter voor welk merk sigaren hier reclame wordt gemaakt. Benod of Renoe zou er kunnen staan.
Ook de tekst die op een zwarte ondergrond tussen sigaren en cigarettes geschilderd is, kan ik niet meer reconstrueren. Ik vermoed dat de letters Alone op een lang gerekte, rechthoekige, donkere ondergrond geschilderd zijn. Het blijft een puzzel.
Ieder jaar verdwijnt er meer van deze fresco van een Groningse middenstander en daarmee zullen ook de vragen die deze bijzondere buitenreclame oproepen op den duur verdwijnen.