Multiculti

Je kunt de krant niet openslaan of je leest over onze multiculturele samenleving en iedere keer vraag ik me af wat daar nou mee bedoeld wordt. Multicultureel is een veel gebruikt woord en de gebruikers van dit woord kijken bij het uitspreken ervan meestal nogal somber. De zin Nederland is een multicultureel land betekent dan dat in Nederland Chinezen, Turken, Nederlanders, Marokkanen en Molukkers met elkaar samen leven, mensen uit culturen die geografisch ver uit elkaar liggen. Voordat hier de Molukkers, de Antillianen, de Surinamers in grote aantallen over de grens kwamen was Nederland trouwens ook een multicultureel land. Bredero sneert in de zeventiende eeuw naar de Spaanse Brabanders en ook toen waren er mensen die geen oog hadden voor het goede dat die zuidelijke immigranten de Republiek toen brachten. 

Autochtoon Nederland kent vele culturen: de streng gelovigen uit Staphorst verschillen cultureel minsten zoveel van de Amsterdamse yuppen als de geïmmigreerde Marokkaan uit het Rifgebergte van de gevluchte Iraniër. Er is geen samenleving zonder diversiteit aan culturen. Vorige week liep ik rond in Engeland en ik zag betrekkelijk weinig mensen uit de voormalige Britse koloniën, maar wel een enorme variëteit aan Britten, mensen uit totaal verschillende culturen die het toch samen met elkaar moeten vinden in het Verenigd Koninkrijk. Het wordt al duidelijk als je bij Calais op de veerboot stapt. In een hoek zit een dame met een hoedje dat scheef op haar gepermanente hoofd staat. Ze lijkt een beetje op de queen. Net als deze houdt ze de knieën stijf tegen elkaar en ze laat haar benen kuis en elegant opzij vallen. Op haar knieën heeft ze een grote handtas van witte wol. Om haar nek een detonerende gifgroene sjaal. Ze heeft zojuist witte glacés over haar met ouderdomsvlekken bespikkelde handen aangetrokken en kijkt nu onder de rand van haar hoed door naar een gezelschap van vier mannen en vrouwen die het gedurende de bootreis zonder hun motoren moeten stellen. Gelukkig hebben die elkaar. Een vrouw van een jaar of veertig met puddingborsten en een zwarte, strakke leren broek waar ook al van alles bovenuit wil blubberen, kijkt ontevreden naar de man naast haar. Hij heeft net zo’n leren broek als zij en daarboven alleen maar een klein, zwart hemdje, zodat zijn tatoeages goed uitkomen. Hij moet het koud hebben, denk ik, maar goed je laat je lijf niet voor niks bewerken. Hij heeft piercings door oren en wenkbrauwen en praat met een andere man die ook ruim getatoeëerd en geringd is, maar die bovendien nog een enorme hangsnor heeft. Beide mannen hebben het dunne haar in een soort van paardenstaart samengebonden. Af en toe nemen ze een slok uit een bierfles. Even verder is een keurige, strenge vrouw aan het lezen. Ze heeft haar haren strak over haar hoofd naar achteren getrokken in een soort knoetje. Ze kijkt niet op of om. De artistiekerig uitziende man tegenover haar ook niet. Hij maakt aantekeningen. Hij heeft een wit glanzend colbert, een grijze broek met omslag en een ruitjesoverhemd. Zijn te grote bril heeft een gouden montuur.

Bij aankomst in Dover staat een man, type corpsbal, wijdbeens te telefoneren. Zijn beige broek, met vouw en met omslag slobbert ruim over zijn gepoetste schoenen. Hij draagt een streepjesoverhemd onder zijn blauwe blazer die vanzelf sprekend double-breasted is. Het opvallendste: een enorm grote, rode stropdas. 

Een paar dagen later zie ik in een Indische restaurant twee opvallende meiden. Ik denk eerst dat ze op de versiertoer zijn. Beiden lijken alles in de strijd te gooien om mannen aan te trekken. De nagels blauw gelakt, ogen, wimpers en lippen bieden voor wie dat wil supranormale prikkels. Ook de manier waarop ze zich gekleed hebben verraadt hun bedoelingen. Jammer genoeg hebben ze het verkeerde jachtterrein uitgezocht. Beer is zo’n rustig Engels badplaatsje en lijkt in niets op oorden als Lloret de Mar. De dames werken ontzettend veel drank naar binnen en terwijl ze doordrinken, kletsen ze  aan een stuk. Ze drinken wijn en bier door elkaar. 

Weer een dag later zie ik ze in de zon zitten op een terras. Ze hebben een fles rosé op tafel gezet en die is in no time leeg. Eén van hen haalt in de pub een tweede fles. Ondertussen praten ze aan een stuk door. Waarover hebben ze het? Ik probeer te bedenken wat er aan de hand is. Heeft die met die lange zwarte haren de verkering uit? Zoiets moet het zijn. Haar vriendin wil haar misschien troosten. Ze werken mogelijk beiden achter de kassa van een grote supermarkt in een grauwe Engelse stad en moeten gedacht hebben dat het liefdesleed met een paar flessen drank, zeelucht en een of meer verse mannen te verhelpen moet zijn. Zeelucht en drank genoeg, maar jongens? Vergeet het maar. Alhoewel, ik vergis me. Uit de pub komt een jongen met donkere krullen en een vriendelijk gezicht. Hij loopt langs de meiden en zegt wat tegen hen. Ze kijken nauwelijks naar hem; praten gewoon door. Wel trekt het meisje met die lange zwarte haren als hij gepasseerd is de bandjes van bh en jurk naar beneden, zodat haar gebruinde rug opvallend fraai uitkomt. Dat ziet hij hopelijk op de terugweg naar de pub. Even later tref ik de dames bij de plaatselijke Italiaan. Na die rosé zijn ze toe aan wat bier. Het Italiaanse eten laten ze grotendeels staan. Ze zijn niet alleen dronkener dan een paar uur geleden, maar ook zien ze er veel doffer uit. Als we in de schemering voor de tent zitten, komen ze voorbij gelopen. Die met de lange zwarte haren kan geen koers meer houden. Haar vriendin loopt voor haar uit en kijkt ontevreden. Ze zeggen niets meer en verdwijnen achter een wanstaltig groot Engels caravanhuis. 

Engeland is een multiculturele samenleving. De verschillen tussen de inwoners van dit land zijn enorm groot. Dat zie je zo. Dat zie je al als je nog geen woord met ze gesproken hebt. Onvoorstelbaar ordinaire types lopen hier tussen alternatievelingen die in Nederland niet meer voorkomen. Gedistingeerde mannen en vrouwen, volledig in pak of mantelpak naast mannen met ontblote tors en vrouwen die zelfs bij storm en tegenweer hier de blouse altijd volop open hebben staan.