Stokoud (2010)

Gisteren overleed in Rotterdam Greta Jansen-Anker. Zij werd geboren in 1897. Mijn ouders moesten nog verwekt worden, de spoorwegen waren zo’n beetje overal aangelegd, het was het jaar waarin Enid Blyton, Joseph Goebbels en Jacques Goudstikker geboren werden. Drie mensen die Greta Jansen ruimschoots overleefd heeft.

In 1954- ik was toen acht jaar – vierde buiten het dorp waar ik woonde een vrouw haar honderdvijfde verjaardag. De burgemeester ging bij haar op bezoek . Hij bracht een taart en feliciteerde haar namens de koningin. De pastoor kwam ook. Hij feliciteerde haar ook, maar hij deed dat namens God. De plaatselijke harmonie blies een deuntje voor het huis van de jarige.

Ook de radio kwam naar ons dorp. Een auto van de radio-omroep stond op het plein bij het postkantoor. Toen die auto met aan boord de beroemde radioverslaggever Jan Cotaar naar de jarige reed, probeerden de jongens uit het dorp de radiowagen te volgen. Cotaar interviewde Chrissemeuje, de oudste inwoner van Nederland en wij waren apetrots dat ons dorp op de radio kwam. 

Chrissemeuje was geboren in 1849. Dat vond ik op mijn achtste een duizelingwekkende datum. Johannes Brahms overleed in het jaar dat Greta Jansen-Anker geboren werd, maar hij was in 1849 een puber van 16. Vincent van Gogh moest nog geboren worden, mijn huis was er niet, de Eerste Wereldoorlog en ook de Tweede  moesten nog komen. Geen auto, geen radio, geen televisie….1849 dat was onvoorstelbaar ver weg in de tijd.

Een paar jaar later, in 1957, werd Chrisssemeujes  honderdenachtste verjaardag uitgebreid vastgelegd op film. Die heb ik nooit gezien, maar er zijn beelden van. Chrissemeuje – ze heette Christina Karnebeek-Baks – in klederdracht krijgt pastoor Kaeter met huishoudster Roelfje op visite. Die pastoor herinner ik me akelig goed. Wij waren op de zelfde dag jarig. Jaren lang vonden mijn ouders dat ik die man op zijn verjaardag moest feliciteren. Ik vond dat vreselijk en hij ook. Dat zei hij niet als we ieder jaar op 25 januari in de naar zurige sigarenrook ruikende bezoekkamer van de pastorie zaten. Het was duidelijk dat hij niet wist wat hij met me moest. Het gesprek ging over niets. Na een tijdje verloste Roelfje ons. Dan kreeg ik een reep Mekka, chocolade met rozijnen en ik kon met dank aan de god van de pastoor vertrekken.

Van de honderdenachtjarige Chrissemeuje zijn foto’s te vinden op internet. Halverwege de negentiende eeuw geboren, vind ik haar gekleed in klederdracht met knipmuts. Op een van die foto’s hangt een man over haar heen met twee droge worsten uit Groenlo, zijn cadeau voor de oude bes.

Chrissemeuje werd honderdtien. Volgens de mensen uit mijn geboortedorp werd de drukte bij haar laatste verjaardag haar fataal. Ze stierf een paar dagen later. 

Greta Jansen moet geweten hebben dat al dat gedoe met verjaardagsdrukte levensbedreigend is. De pers was bij haar verjaardag niet welkom en de taarten van de burgemeester werden steevast geweigerd. Misschien dat ze daarom twee jaar langer geleefd heeft dan de Chrissemeuje uit mijn jeugd.

Een andere kleurrijke hoogbejaarde was Geert Adriaans Boomgaard. Op de leeftijd van Chrissemeuje leefde hij in het Jacob en Annagasthuis in de stad Groningen en was niet echt de lieveling van Mina, de huishoudster van het gesticht. Ze wil de heer Boomgaard (17 november 1884) geen extra portie aardappelen geven. Als Boomgaard meer aardappelen krijgt, dan wil iedereen meer aardappelen op zondag, aldus Mina. Bovendien Boomgaard misdraagt zich, wast zijn benen met azijn en komt zonder kousen aan tafel. Daarom stinkt het verschrikkelijk in de eetzaal. De voogden van het gasthuis bemoeien zich ermee en besluiten Boomgaard meer aardappelen te geven, maar dan moet hij zich wel fatsoenlijk kleden, melden de notulen. Heeft Boomgaard de gewoonte om zijn benen met azijn te wassen opgegeven? De notulen van 5 juli 1885 melden dat het hem wordt toegestaan in het vervolg op zijn kamer te eten. 

Op 7 maart 1887 vraagt een bewoonster of ze de kamer van Boomgaard mag hebben voor het geval hij dood mocht gaan. Het antwoord van de voogden kennen we niet, maar we weten wel dat de bewoonster de kamer van Boomgaard niet kreeg. Waren het de aardappelen in de maag of de azijn op zijn benen, we weten dat Geert Adriaans Boomgaard stokoud werd. Hij overleed twaalf jaar later op 110-jarige leeftijd in het Jacob en Annagasthuis. Er is een prachtige foto van de oude man, gefotografeerd op zijn honderdste verjaardag op de binnenplaats van het gasthuis. Hij wordt geflankeerd door een zesennegentig jarige broer en een achtennegentig jarige zus. 

Boomgaard woonde vierendertig jaar lang in het gasthuis. Hij werd geboren op 21 september 1788 te Groningen. Als drieëntwintig jarige werd hij tamboer in het Napoleontische leger, maakte veel veldslagen mee en overleefde. Ook de overtocht over de Berezina in 1812. Na zijn terugkeer in Groningen monsterde hij aan op het schip van zijn vader. In 1818 werd hij kapitein en hij voer de rest van zijn werkzame leven. In 1850 ging hij in de stad Groningen wonen waar hij in 1863 met zijn tweede echtgenote aangenomen werd in het Jacob en Annagasthuis. Hij werd snel weduwenaar. 

Op zijn honderdenzevende verjaardag wordt zijn verjaardag uitbundig gevierd. Zijn acht kinderen zijn dan al gestorven, maar gelukkig zijn er een aangehuwde zoon en dochter. Bovendien nog 5 kleinkinderen en 17 achterkleinkinderen. De krant meldt dat Boomgaard gezond is. Hij heeft nooit ziekte gekend. Altijd regelmatig geleefd. 

Nog steeds is hij een groot liefhebber van een pijpje tabak; hij schijnt de beweringen omtrent het nadeelige van het rooken te willen logenstraffen. Hij is in het volle bezit zijner geestvermogens en spreekt niet alleen met oordeel over gebeurtenissen en toestanden uit het verleden, maar ook uit den tegenwoordigen tijd. Alleen het gehoor is zoo slecht geworden, dat men zich bijna niet meer door den ouden heer kan doen verstaan, terwijl ook het gezicht sedert zijn voorlaatsten verjaardag veel minder is geworden

‘Van zijn portret op 107-jarigen leeftijd vervaardigd door den Heer W. Bekkering te Groningen, werd aan H.M. de Koningin Regentes twee jaar later een exemplaar ten geschenke aangeboden’, meldt de krant. Dit is de tekst die achterop de foto staat:

Aan Hare Majesteit de Koningin-Weduwe-Regentes. 

Majesteit!

Nu de blijde dag is aangebroken, waarop onze geëerbiedigde Koningin Wilhelmina meerderjarig is geworden en geheel Nederland zich met een dankbaar hart in feestdos heeft gehuld, is het den oudsten Nederlander, den Heer G.A. Boomgaard te Groningen, eene behoefte, zoowel aan Hare Majesteit de Koningin als aan Uwe Majesteit, een bewijs zijner nederige hulde  aan te bieden. Geboren den 21 September 1788 onder het bestuur van de stadhouder Willem V, doorleefde hij al het lief en leed van ons vaderland en valt hem thans op bijna 110-jarigen ouderdom het voorrecht te beurt, de troonsbestijging van onze geëerbiedigde Koningin Wilhelmina te mogen beleven.

Zelf niet meer kunnende schrijven, draagt de oude man mij, zijn aangehuwden  kleinzoon op, Uwe Majesteit zijn daarvoor thans opzettelijk vervaardigd portret aan te bieden, van welke opdracht ik mij volgaarne kwijt, in de hoop, dat het Uwe Majesteit moge behagen, dit nederig huldeblijk van den oudsten Nederlander wel te willen aanvaarden.

In de Nieuwe Groninger Courant uit 1898 en 1899 staat te lezen dat de hoogbejaarde man is gaan sukkelen. Tot voor kort genoot hij nog van gekookte eieren met suiker. Maar nu rookt hij niet meer en dat is een slecht teken voor iemand die gewend was per maand vijf pond tabak te gebruiken. Om half zeven ’s avonds op vrijdag 3 februari 1899 overlijdt Geert Adriaan Boomgaard.